Weber ontmoette klarinetist Heinrich Baermann in 1810 tijdens een concert-tournee en werd meteen geïnspireerd door Baermann's virtuositeit op het instrument. Dit leidde snel tot een Concertino (op. 26), twee grootschalige Concerti (opp. 73 en 74), een Kwintet (op. 34) en het Grand Duo Concertant voor klarinet en piano (op. 48). Bijzonder aan het relatief onbekende Kwintet is het orkestrale karakter dat Weber bekomt met slechts vijf instrumenten. Klarinata's versie van het trage deel uit het 1e Klarinetconcert probeert het omgekeerde te doen en het orkestrale karakter van het Concerto te transponeren naar een intiemere kamermuzieksfeer, in dit geval door de soloklarinet te laten begeleiden door een klarinetkwartet.
|